Stek vertegenwoordigt de warmteleveranciers en hun branchevereniging Energie-Nederland in een beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) tegen het Tarievenbesluit warmteleveranciers 2020 van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Kern van het beroep is dat de ACM de vermogenskostenvergoeding (WACC) in de maximum huurtarieven voor afleversets niet heeft gebaseerd op de daadwerkelijke gemiddelde kosten van vreemd vermogen van de warmteleveranciers. De ACM stelde dat de verplichting om te moeten uitgaan van een redelijk rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is betekent dat zij de vermogenskosten moet schatten op basis van een efficiënt gefinancierd bedrijf met een vergelijkbaar risicoprofiel, net als in andere sectoren met tariefregulering, zoals de elektriciteitssector en de gassector.
Bij tussenuitspraak van 26 april 2022 oordeelt het CBb met Energie-Nederland cs dat de warmtesector een andere context kent dan de gas- en elektriciteitssector en dat de wijze waarop de ACM de kostenvoet vreemd vermogen in de WACC heeft vastgesteld op gespannen voet staat met de bedoeling van de wetgever dat de warmtenetten kunnen groeien en het risico in zich draagt dat met name kleinere warmteleveranciers zullen verdwijnen. In de tussenuitspraak draagt het CBb de ACM op om uiterlijk 26 oktober 2022 met een nieuw besluit te komen waarin de WACC wordt bepaald met inachtneming van de gemiddelde daadwerkelijke vreemd vermogenskosten. Dat zal ook gelden voor de tarievenbesluiten na 2020.
Klik hier voor het persbericht van het CBb en de tussenuitspraak.